Het heeft maar een haartje gescheeld of niet Albert Heijn maar De Gruyter had het straatbeeld bepaald in Nederland. 

Dat schrijft het Financieele Dagblad vrijdag op basis van een autobiografie van Gerrit Heijn, zoon van oprichter Albert Heijn en de oom van de latere topmannen Gerrit-Jan Heijn (ontvoerd en vermoord in 1987) en Albert Heijn (bestuursvoorzitter van 1962 tot 1989).

Het boekje, dat in 1981 volgens de krant in een zeer beperkte oplage verscheen, was in vergetelheid geraakt.

In 1918 wilde Albert Heijn zijn kruidenierszaken voor circa 4 miljoen gulden van de hand doen, zo schrijft Gerrit . De Gruyter, een kruideniersfamilie uit Brabant, wilde de zaken wel overnemen.

Verkoop ketste af, zonen wilden door

De verkoop ketste echter af omdat de zonen van Heijn het familiebedrijf wilde doorzetten. Gerrit, zijn broer Jan en een zwager namen het bedrijf toen over. Gerrit bleef er tot 1969 werken.

Albert Heijn, onderdeel van het Ahold-concern, is nu veruit de grootste supermarktketen van Nederland met circa 940 filialen en een marktaandeel van iets meer dan 33 procent.

De Gruyter was in de jaren zestig een van de grootste kruideniersketens van Nederland en vooral sterk aanwezig in het Katholieke zuiden van het land. In de jaren zeventig ging het echter slecht met het concern. In 1976 kwam de winkelketen in handen van Spar.

Lees ook

'3 redenen waarom Albert Heijn marktaandeel verliest'

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl